Test procedure
TESTPROCEDURE
Breng kits, reagentia en monsters en/of controles voor gebruik op kamertemperatuur (15 ~ 30 °C).
- Open voor elk monster het foliezakje vlak voor het testen en haal de testkit eruit. Leg deze op een
schoon, vlak oppervlak. Plak een label op het buisje met de identificatiegegevens van de patiënt. Voor
het beste resultaat moet de test binnen een uur worden uitgevoerd. - Meng de extractiebuffer voorzichtig. Voeg 10 druppels toe aan de extractiebuis.
- Steek het wattenstaafje in de extractiebuis. Meng goed en knijp het wattenstaafje 10-15 keer door de
wanden van de buis tegen het wattenstaafje te drukken. Laat 2 minuten staan. - Rol de kop van het wattenstaafje tegen de binnenwand van de buis terwijl u dit eruit haalt. Probeer
zoveel mogelijk vloeistof af te geven. Gooi het gebruikte wattenstaafje weg conform het protocol voor
verwijdering van biologisch gevaarlijk afval. - Steek het mondstuk in de monsterextractiebuis. Draai het buisje om en voeg 2 druppels oplossing toe
aan het monster door voorzichtig in het buisje te knijpen. - Na 15 minuten kunt u de resultaten aflezen.
INTERPRETATIE VANHET RESULTAAT
POSITIEF: Er verschijnen twee gekleurde lijnen op het membraan. Een lijn
verschijnt in het controlegebied (C) en nog een lijn in het testgebied. (T).
NEGATIEF: Er verschijnt slechts één gekleurde lijn in het controlegebied
(C). Er verschijnt geen duidelijke gekleurde lijn in het testgebied (T).
ONGELDIG: De controlelijn verschijnt niet. Resultaten van een test die geen controlelijn heeft opgeleverd op het aangegeven afleestijdstip moeten worden weggegooid. U moet de procedure herzien en met een nieuwe test
herhalen. Als het probleem aanhoudt, mag u de kit niet meer gebruiken en moet u contact opnemen met uw lokale distributeur.
OPMERKING:
1. De kleurintensiteit in het testgebied (T) kan variëren afhankelijk van de concentratie van de analyten in het monster. Daarom moet elke kleurnuance in het testgebied als positief worden beschouwd.
Let op: dit is slechts een kwalitatieve test, waarmee geen concentratie van analyten in het monster kan worden bepaald.
2. Onvoldoende monstervolume, een verkeerde verwerkings-procedure of verlopen testen zijn de meest waarschijnlijke redenen voor het ontbreken van de controlelijn